Je vader of moeder is overleden en je blijft als meerderjarig kind in de ouderlijke huurwoning achter. Als je in de woning wil blijven wonen, is het verstandig om hierover informatie in te winnen en tijdig in gesprek te gaan met de verhuurder. Wat zijn de regels? Welke rechten en plichten heb je als inwonend meerderjarig kind?
Een huurovereenkomst eindigt niet meteen na overlijden
De wet bepaalt dat een huurovereenkomst niet automatisch eindigt als de huurder overlijdt. Er kunnen inwoners zijn die de huur kunnen voortzetten, zoals medehuurders of achterblijvende kinderen. Maar als volwassen inwonend kind ben je niet automatisch ook medehuurder. Om in de woning te kunnen blijven wonen, zal je eerst een verzoek moeten richten aan de verhuurder.
Tijdens een eerste termijn van zes maanden na het overlijden van de ouder heeft een meerderjarig kind het recht om in de huurwoning te blijven wonen als deze woning zijn hoofdverblijf is, hij met de overleden huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde en de huur nog niet wettig is beëindigd. Als hij de huur ook na die periode wil voortzetten (en de verhuurder daarmee niet instemt) dan moet hij binnen die periode van zes maanden naar de rechter stappen. Let op! De rechter neemt de zaak niet meer in behandeling als het meerderjarige kind te laat is, dus na het verstrijken van zes maanden na het overlijden van de ouder. De verhuurder hoeft hier niet voor te waarschuwen. Je moet er als achterblijvend meerderjarig kind zelf voor zorgen dat hij tijdig een vordering om de huur te mogen voortzetten instelt bij de rechter.
Voorwaarden voor het voortzetten van de huur
Om de huur te kunnen voortzetten, moet een meerderjarig kind aan de volgende wettelijke voorwaarden voldoen:
1) De woning moet zijn hoofdverblijf zijn en hij moet met de overleden huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd;
2) hij moet voldoende waarborg bieden voor de betaling van de huur;
3) als er voor de woning op grond van de gemeentelijke huisvestingsverordening een huisvestingsvergunning nodig is, moet hij deze vergunning in de procedure bij de kantonrechter overleggen.
De wet bepaalt dat de rechter de vordering van het meerderjarige kind moet afwijzen als niet aan deze drie voorwaarden is voldaan. De rechtspraak laat zien dat van deze drie voorwaarden de eerste vaak het knelpunt is. Ik zal hier daarom nog iets verder op ingaan.
Het knelpunt: de duurzame gemeenschappelijke huishouding
Het aantonen van een gemeenschappelijke huishouding is meestal niet het probleem. Het is het duurzame aspect dat vaak ontbreekt. Met ‘duurzaam’ wordt ‘langdurig’ bedoeld, voor
een onbepaalde tijd. Voor kinderen geldt dat zij op een bepaald moment zelfstandig worden en uitvliegen. Uitzonderingen zijn kinderen die op hogere leeftijd bij hun ouders wonen of er zijn teruggekeerd.
Slechts onder bijzondere omstandigheden kan het samenleven van een zelfstandig, meerderjarig kind en zijn ouder(s) worden aangemerkt als duurzaam met een gemeenschappelijke huishouding.
Als achterblijvend meerderjarig kind zul je dus bij de rechter moeten aantonen dat er sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met de ouder. Dat deze op de toekomst was gericht en niet van aflopende aard was. De rechtspraak laat zien dat dit niet eenvoudig is. Maar het is niet onmogelijk. Argumenten waar je aan kunt denken zijn bijvoorbeeld de leeftijd van het kind of de verwachte duur van het samenleven. Mantelzorg en aantoonbare toekomstplannen kunnen ook van belang zijn voor de beoordeling van een rechter.
Conclusie
De hoofdregel is dat meerderjarige kinderen niet duurzaam samenwonen met hun ouders. Daarom kunnen zij over het algemeen de huur niet voortzetten na het overlijden van hun ouder(s). Maar er zijn zeker uitzonderingen. Soms kan het samenwonen van een ouder en een meerderjarig kind toch duurzaam zijn. Het hangt af van alle specifieke omstandigheden van het geval. Deze kunnen ter beoordeling aan de rechter worden voorgelegd.
Meer weten?
Wil je meer weten? Vraag het Brandmeester! Wij hebben veel ervaring met dit soort zaken en kunnen je adviseren over je kansen en over een juiste aanpak. En… je weet van tevoren altijd precies wat het kost.