Stel, je aannemer maakt fouten bij het uitvoeren van klussen bij het verbouwen van je huis. En eigenlijk wil je het liefst van hem af. Wat doe je dan?
Het beste is altijd om er onderling met je aannemer uit te komen en in goed overleg afscheid van elkaar te nemen. Als dat lukt, zet je de gemaakte afspraken op papier en onderteken je de overeenkomst. Komen er weer problemen? Dan heb je in ieder geval bewijs van de gemaakte afspraken.
Maar, wat nou als je er niet met je aannemer uit komt? Gelukkig geeft de wet je als opdrachtgever twee mogelijkheden om van de overeenkomst met je aannemer af te kunnen.
Opzeggen
De eerste mogelijkheid is het opzeggen van de overeenkomst. De wet zegt dat je als opdrachtgever altijd bevoegd bent om de overeenkomst met de aannemer geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Het is in dat geval slim om de opzegging per aangetekende brief aan de aannemer te versturen. Als de aannemer de opzegging daarna betwist, heb je altijd bewijs van de opzegging.
Maar pas op! Bij de opzegging kan er een behoorlijk giftige adder onder het gras zitten. In financiële zin dan. Want de wet zegt dat de opdrachtgever in principe de gehele aanneemsom plus het eventuele meerwerk aan de aannemer moet betalen. Op deze aanneemsom mogen alleen de kosten die de aannemer heeft bespaard omdat hij de klus niet hoeft af te maken worden afgetrokken. Zeker als de aannemer net met de klus is begonnen, kan dit voor jou als opdrachtgever fors in de papieren lopen. Zeg je je aannemer op? Dan heeft deze recht op de aanneemsom terwijl er nog nauwelijks is gewerkt.
Ontbinding
De andere wettelijke mogelijkheid is ontbinding van de aanneemovereenkomst. Daarvoor geldt dat de financiële adder zoals bij opzegging niet speelt. Maar de overeenkomst kan alleen ontbonden worden als de aannemer wanprestatie pleegt, dus de klus gebrekkig of niet tijdig uitvoert. De fouten die de aannemer maakt moeten daarnaast zo erg zijn dat ontbinding van de overeenkomst rechtvaardig is. Ontbinding kan dus niet als je aannemer alleen kleine foutjes heeft gemaakt.
Ten slotte geldt de eis dat je als opdrachtgever de aannemer per – liefst aangetekende - brief moet laten weten over welke punten je niet tevreden bent. Ook moet je hem een redelijke termijn geven om de fouten of gebreken te herstellen. De lengte van deze termijn is afhankelijk van de ernst van deze fouten of gebreken. Maar doorgaans is vier weken redelijk (tenzij die termijn in de bouwvak valt). In de brief moet ook staan wat het gevolg is als de aannemer zich niet aan de gegeven termijn houdt. Dus schrijf je dat je na het verstrijken van de termijn de overeenkomst met de aannemer ontbindt en dat je de klus door een andere aannemer laat uitvoeren. Hierbij stel je hem of haar aansprakelijk voor de herstelkosten en eventuele andere schade als gevolg van de fouten of gebreken.
Als het werk van je aannemer niet meer ongedaan gemaakt kan worden - wat vaak het geval zal zijn - moet je na ontbinding alsnog betalen voor het al uitgevoerde werk met aftrek van de eventuele herstelkosten en eventuele overige schade.
Deskundigenonderzoek
Meestal is het aan te raden om een deskundige de gebreken en de herstelkosten te laten vaststellen. Ook is het verstandig om bij het deskundigenonderzoek meteen de aannemer te betrekken. Bijvoorbeeld door hem uit te nodigen bij de keuring of inspectie door de deskundige. Het rapport van de deskundige kan dan als bewijs worden gebruikt in een eventuele procedure bij de rechter.
De moraal van dit verhaal zal duidelijk zijn. Maakt je aannemer fouten bij de uitvoering van de klus? Vraag dan tijdig deskundig juridisch advies. Een eventuele misstap kan grote financiële gevolgen voor je hebben. Gelukkig kunnen de advocaten van Brandmeester je in een dergelijk geval altijd verder helpen. En altijd voor een vaste prijs.
Doe de check