Deze eerste Tips van de meester gaat over het geschil van Frits en de woonwinkel waar hij zijn bank had gekocht. Frits was niet tevreden met zijn aankoop want na een klein half jaar zakte de bank in. Hoe is Frits hiermee omgegaan en waar heeft Frits recht op?
Zaak
In het najaar van 2020 kocht Frits voor een bedrag van € 2.500,- een bank bij een woonwinkel. In het voorjaar van 2021 bleek dat de bank was ingezakt. Op de bank zat twee jaar fabrieksgarantie dus Frits besloot eerst op vakantie te gaan. In de zomer nam Frits contact op met de woonwinkel en vroeg of zij de bank wilden repareren. De woonwinkel gaf aan dat zij de bank wel wilden maken maar dat Frits de bank dan eerst naar de winkel moest brengen. Dat was voor Frits niet mogelijk. De woonwinkel gaf vervolgens aan dat zij ook een meubelmaker konden regelen die de bank thuis zou komen repareren. De voorrijkosten van € 50,- zouden in dat geval voor rekening van Frits komen. Frits was hier niet blij mee. Hij meende dat hij van een bank van € 2.500,- mocht verwachten dat deze langer mee zou gaan en dat hij daarom geen voorrijkosten zou hoeven te betalen.
Juridische uitleg
Voor koopovereenkomsten geeft de wet aan dat de afgeleverde zaak conform de overeenkomst moet zijn. Dit betekent dat de aankoop niet gebrekkig mag zijn en voor de koper het nut moet hebben dat hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Als de aankoop toch gebrekkig is, kan de koper aflevering van het ontbrekende, herstel van de aankoop of vervanging daarvan eisen. Als er sprake is van een consumentenkoop (te weten: een koop van een roerende zaak - zoals een bank - tussen een professionele verkoper en een consumentkoper) kan in sommige gevallen de koopovereenkomst worden ontbonden of kan de koper aanspraak maken op prijsvermindering.
Normaal gesproken moet de koper in dergelijke gevallen bewijzen dat de aankoop al gebrekkig was op het moment van levering. Maar de wet komt de koper bij een consumentenkoop tegemoet: als er binnen zes maanden na de aflevering een gebrek ontstaat, wordt vermoed dat de aankoop bij aflevering al gebrekkig was. In dat geval wordt de bewijslast omgekeerd en moet de verkoper bewijzen dat dit niet zo is. De verkoper zal daar in de meeste gevallen niet toe in staat zijn. Om van deze omkering van de bewijslast te kunnen profiteren, moet de consument wel binnen zes maanden na aflevering (schriftelijk) over het gebrek klagen bij de verkoper en vragen om aflevering van het ontbrekende of herstel of vervanging van de aankoop.
In het geval van Frits was er sprake van een consumentenkoop. Maar Frits had pas negen maanden na levering van de bank bij de verkoper geklaagd. Daarom moest hij nu bewijzen dat de bank op het moment van levering al gebrekkig was. En dat is vrijwel onmogelijk.
Bleef Frits nu met lege handen staan? Gelukkig niet! De termijn van de fabrieksgarantie was nog niet verstreken. Het advies aan Frits was daarom om gebruik te maken van de regeling van de woonwinkel. Een meubelmaker kwam bij hem thuis de bank repareren en hij hoefde alleen de voorrijkosten te betalen.
Tip van de meester
De tip die uit deze zaak te halen valt is dus: klaag op tijd bij de verkoper! Doe dit altijd zo snel mogelijk na ontdekking van een gebrek en in ieder geval binnen zes maanden na levering. En doe dit altijd schriftelijk. Zo kun je later aantonen dat je tijdig hebt geklaagd. Als Frits over het inzakken van de bank tijdig (binnen zes maanden na aflevering) bij de verkoper had geklaagd, zou het vermoeden hebben bestaan dat de aankoop bij levering al gebrekkig was. In dat geval had de woonwinkel moeten bewijzen dat het gebrek bij de levering nog niet bestond. Als de woonwinkel dit niet had kunnen bewijzen (wat dus zeer waarschijnlijk zou zijn geweest) zou deze de bank kosteloos hebben moeten herstellen. En had Frits dus € 50,- aan voorrijkosten bespaard.
