Hoewel gelijke behandeling het uitgangspunt is in de wet, komt discriminatie van vrouwen nog steeds vaak voor. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt over dit soort zaken. Uit hun oordelen blijkt dat discriminatie van vrouwen verschillende vormen kan hebben.
Een huis kopen. Een taak voor mannen?
In een recente zaak van het college kwam het een makelaar duur te staan dat hij in de correspondentie de man altijd eerst benoemde en de vrouw pas daarna. Bovendien zond hij alle informatie alleen aan de man. Dit was opvallend omdat het de vrouw was die steeds het contact legde met de makelaar en zij een account had waarmee ze biedingen kon uitbrengen.
Op alle documenten die ze de makelaar toestuurde, noemde zij zichzelf de eerste koper en haar partner de tweede. Maar vanaf het moment dat de gegevens van haar partner bekend waren, stuurde de makelaar de informatie vrijwel alleen nog naar hem. De makelaar maakte een nieuw account aan voor de partner van de vrouw en plaatste daarin alle documenten voor de aankoop. Op die documenten stond de partner van de vrouw als koper vermeld en de vrouw als medekoper of als echtgenote/partner van de koper.
Dat dit voor de makelaar een automatisme was en dat hij daar geen bijbedoelingen mee had, maakt niet uit. Het college geeft aan dat ook als iemand niet de bedoeling heeft om te discrimineren, er toch sprake kan zijn van discriminatie. En dat was hier het geval. De vrouw werd zonder goede reden achtergesteld ten opzichte van haar partner.
Geschikt voor de baan maar afgewezen om een zwangerschap
In een andere zaak van het college solliciteerde een vrouw naar een nieuwe baan. Uit het assessment en het intakegesprek bleek dat zij erg geschikt was voor de functie en de organisatie. Maar het zwangerschapsverlof van de vrouw kwam slecht uit. Zij kon daardoor niet alle onderdelen volgen van de verplichte training die bij de baan hoorde. En werd daarom afgewezen.
Het college oordeelde dat het zwangerschapsverlof van de vrouw de enige reden was dat zij afgewezen werd voor de functie. Dit is discriminatie. Zelfs al had de werkgever haar uitgenodigd om na het zwangerschapsverlof verder in gesprek te gaan over de functie.
Make-up verplicht. Maar alleen voor vrouwen
Een groot cosmeticabedrijf verplichtte het winkelpersoneel zich te houden aan de interne stylingrichtlijn. Op basis daarvan moesten zij zichtbaar de make-up van de eigen winkel dragen op ogen, lippen en nagels. In de praktijk werden alleen de vrouwelijke winkelmedewerkers verplicht zich daaraan te houden en werden zij hier ook actief op gecontroleerd aan het begin van de werkdag. Was de make-up niet naar behoren? Dan moest het opnieuw.
Volgens het college was hier sprake van discriminatie. Het mannelijke winkelpersoneel werd namelijk niet verplicht make-up te dragen. Voor hen was het een keuze. Bovendien was het dragen van make-up niet noodzakelijk voor de uitvoering van de functie. Ook zonder make-up te dragen kon het vrouwelijke winkelpersoneel klanten adviseren over producten en deze aan hen verkopen. Dat deden de mannen nu ook al.
Zelf ook te maken met vrouwendiscriminatie?
Voel jij je ook onterecht achtergesteld als vrouw? En kun je daarom wel wat juridisch advies gebruiken? Neem dan contact op met Brandmeester. Onze advocaten en juristen kunnen je vast verder helpen. Doe de online check op brandmr.nl.